Op het eerste gezicht lijken de tekeningen van Gerard Dekker makkelijk toegankelijk. Overal denk je voorwerpen of figuren waar te kunnen nemen. Op het moment echter dat het oog en het hoofd deze indruk vast willen leggen, verliezen de vormen hun beschrijvende karakter en veranderen in een vrije compositie die niet gehoorzaamt aan regels in engere betekenis en die zich verzetten tegen een bepaalt verwachtingspatroon. De kunstenaar schept met de lijn geen vast definitief geheel. Met de stift cirkelt hij om vormen heen en concipieert ze, zonder ze vast te leggen en zonder ondubbelzinnige verstandelijk vatbare structuren voort te brengen. Het werk ontwikkelt zich intuitief vanuit de lijn, vanuit een voortdurend proces van het plaatsen van tekens en de grafische reactie daarop. Het artistieke doel wordt ontworpen, overgetekend en veranderd, totdat het uit de overvloed aan schetsmatige en voorlopige lijnen definitief zichtbaar wordt. Dit gebeurt niet in de zin van een “peinture automatique”, dus van het tekenen en schilderen die elke reflectie en elk systeem uitsluiten. In de composities is te zien dat de directheid van de lijn in contrast staat met de evenwichtige structuur. De spontaan, met dunne lijn geschetste vrije vormen en parallelle arceringen, de krachtige met houtskool getekende concrete structuren en tekens, die compact gesloten of open kunnen zijn, en die spanning en ritme in het schilderij brengen of die het aan de zijkant afbakenen; de schilderkunst die vlakken definieert, beeldende formaties in zich opneemt of deze overtrekt en zo een erg complexe relatie tussen patroon en ondergrond doet ontstaan evenals de bewust ingezette effecten van lege vlakken- het geheel van al deze elementen leidt tot een structuur die tegelijk duidelijk en geheimzinnig, vaststaand en zwevend is. Het verborgene schijnt door het overgeschilderde heen, parallellen en veranderingen van het voorgaande blijven zichtbaar. In het beschreven intuïtieve arbeidsprocedé treft de tekenaar telkens weer sporen en vormen aan waarop hij reageert. Op deze manier draagt de tekening het eigen geheugen met zich mee en bewaart in het materiaal sporen van de herinnering die de basis en bestanddeel van de artistieke expressie worden. Het gaat Gerard Dekker niet alleen om het voltooide werk, maar hij maakt het ontstaan van beeldende vormen in de tekening duidelijk en verwijst daarmee naar de karakteristieke eigenschappen van creatieve processen. Deze handeling is kenmerkend voor wat Dekker wil bereiken. De lijn en de karakteristieke vorm ervan zijn het directe spoor van de stift respectievelijk van de hand, maar tevens reflex op iets wat voorhanden is. Daaruit ontstaat een ingewikkelde regie van het beeld waarin betekenis opgenomen, maar niet omschreven is. De kunstenaar nadert op een uiterst indrukwekkende manier het uit de renaissance afkomstige begrip van het”disegno” waarin de spontaniteit van vorm en idee samengaan in een intellectueel ontwerp dat de realiteit waarneembaar maakt, maar deze niet in stand houdt.
Dr.Hans-Joachim Manske, directeur Städtische Galerie Bremen
26 november 2023
Naar aanleiding van de nominatie voor de IJsbrand Grafiekprijs heeft het Grafisch Atelier Alkmaar mij gevraagd hier een presentatie van mijn grafisch werk te verzorgen. Tevens is mij is gevraagd of ik wat kan vertellen over mijn werk.Tja we zijn hier op de plek waar grafiek wordt geproduceerd dus het ligt voor de hand dat ik inga op een aantal technische aspecten van mijn werk.Dat ga ik dus niet doen. In mijn dagelijkse praktijk denk ik vrijwel nooit na over techniek, veel gebeurt min of meer automatisch. De principes heb ik geleerd tijdens mijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst in Utrecht en later geperfectioneerd op de ASP Krakow in Polen. Grafische techniek is bij uitstek iets van doen, ervaring, zeker als je het hebt over Lithografie. Bovendien als je de noodzakelijke handelingen alsmaar rationaliseert komt dat het uiteindelijke resultaat naar mijn mening niet ten goede. Daarbij komt ook nog dat techniek mij maar matig interesseert. Dus niets verder over techniek. Wel kan ik iets zeggen over hoe mijn werk tot stand komt, maar dat alleen achteraf bezien, als een analytische toeschouwer. Alles wat ik hierbij naar voren kan brengen speelt nauwelijks een rol bij het produceren. Mijn werk is abstract. Vanuit abstracte lijnformaties ontwikkelen zich min of meer figuratieve elementen waarbij het mij niet gaat om een algemene of anekdotische betekenis, maar meer om vlakindeling, ritme en kleur. Ik componeer als een musicus, als een componist die notenbalken indeelt in maten, in vlakken, die vlakken vult hij met ritmes en de muzikale zinnen vormt hij met klanken. Op deze wijze construeer ik een bepaalde emotie die niet noodzakelijkerwijs correspondeert met mijn eigen emotie op dat moment. Beeldende kunst maken of muziek componeren is geen directe weergave van de individueelste gemoedstoestand van de producent. Dat is onzin uit de romantiek. Het is, en dat is wellicht een teleurstelling voor U, maar kunst maken is construeren. Waarom, zo vraagt u zich misschien wel af, wil ik dit zo benadrukken en u de romantische illusie ontnemen van een emotionele, mediterende kunstenaar liggend op de divan en wacht op een eventueel goddelijke ingeving. Omdat ik vind dat het kunstenaarschap een gewoon beroep is zoals een huisarts of een timmerman. En dat de kunstenaar net zo belangrijk werk doet als de huisarts en de timmerman. En waarom is dat belangrijk om steeds weer vast te stellen? Omdat Nederland woensdag gekozen heeft voor de PVV, een politieke partij die kunstenaars wegzet als profiteurs en musici van het Concertgebouworkest denigrerend toeteraars noemt. De PVV die sowieso groepen in de maatschappij wegzet als minderwaardig en inferieur en stelt dat we moeten waken voor vermenging en “omvolking”. Dat een VVD met een notoire leugenaar als Halbe Zijlstra het toch al karige koopmansbeleid ten aanzien van de cultuur bijna tot de grond toe heeft afgebroken. Dat deze zelfde partij, de VVD, voor tweeënhalf miljoen kiezers een partij als de PVV salonfähig heeft gemaakt die het parlement een nep parlement noemt, de Trias Politica aan zijn laars lapt en journalisten van de vrije pers tuig en leugenaars noemt. Ja, ik ben boos, teleurgesteld en gefrustreerd en kan vanuit de grond van mijn hart Max Lieberman citeren toen hij hoorde dat Hittler de verkiezing had gewonnen: “Ach, weet U, zei hij, ik kan helemaal niet zoveel vreten als ik zou willen kotsen.” Maar daarmee zijn we er natuurlijk niet. We moeten tweeënhalf miljoen mensen overtuigen dat “De vrijheid” vastgelegd in onze grondwet en de instituties van de democratie ten alle tijden moet worden gegarandeerd en verdedigd. Doen we dat niet, dan zijn juist zij die nu vinden niet gehoord te zijn, het eerste slachtoffer, samen met de kunstenaars, schrijvers en musici. Dit laatste is wellicht een schurende waarheid bij het bekijken van mijn werk dat weliswaar niet expliciet dit als thema verbeeldt. Gerard Dekker 26 november 2023.